info-steel-42

verdiepingen. Ze bestaat uit vier vakwerkliggers met een overspanning van 25 à 35 m die elkaar ondersteunen en waarvan de grootste ingeklemd zit in een indrukwekkende nagespannen beton- nen console die rechtstreeks op het 10 m dieper rotsgesteente rust. Door zijn zeer grote stijfheid en weerstand, zorgt staal ervoor dat het geheel bijzonder licht oogt, ondanks de aanzienlijke massa van 2 000 ton die de oversteek vertegenwoordigt. Voor het bouwwerk waren 350 ton staal van de kwaliteit S355 en S460 noodzakelijk, waarvan alleen al 150 ton voor de vier vakwerken van de uitkraging. Deze laatsten werden volledig in het atelier vervaardigd, via de nabijgelegen Maas aangevoerd en op enkele dagen op de bouw- plaats gemonteerd. In een overgangsfase rustten deze tijdelijk op twee voorlopige steunpunten, teneinde de grote buigkrachten die door de uitkraging veroorzaakt werden, af te dragen naar de bestaande structuur van het gebouw. De plaat- sing van de vloeren in voorgespannen beton kon dan gebeuren in identieke voorwaarden voor de gezamenlijke operatie van het naspannen van de console en het verwijderen van de vijzels van de uitkragende structuur, met als doel de geleidelijke, evenwichtige overbrenging van de verticale lasten. poutres treillis de 25 à 35 m de portée s’appuyant l’une sur l’autre et dont la principale s’encastre dans un imposant voile-console en béton post contraint reposant directement sur le lit rocheux à dix mètres de profondeur. Par ses propriétés de très grandes raideur et résistance, l’acier confère à l’ensemble une expression d’extrême légèreté malgré l’importante masse d’environ 2 000 tonnes que représente le porte-à-faux. 350 tonnes d’acier S355 et S460 ont été néces- saires pour la construction de l’ouvrage, dont 150 tonnes pour les seules quatre poutres treillis du porte-à-faux. Ces dernières ont été réalisées entièrement en atelier, acheminées via la Meuse toute proche et montées sur chantier en quelques jours. Dans une phase transitoire, celles-ci sont maintenues temporairement sur deux appuis provisoires afin de ne pas reporter sur la structure courante du bâtiment les importants efforts de flexion générés par le porte-à-faux. La pose des planchers en béton précontraint peut alors se faire dans des conditions d’appuis identiques avant l’opération conjointe de mise en tension du voile post contraint et de dévérinage de la structure du porte-à-faux dont l’objectif est d’équilibrer progressivement le report des charges verticales. categorie A 17

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=